Utrechtse schip

Utrechtse schip

Opgesloten in de kelder van het Centraal Museum ligt een bijna achttien meter lang scheepswrak. Het zijn de restanten van een schip die in 1930 tijdens bouwwerkzaamheden werden gevonden in de Utrechtse wijk Zuilen. Ze werden naar het museum gebracht, in elkaar gezet en geconserveerd. Dat gebeurde met een teerproduct, creosoot, dat de typerende geur verspreidde die veel bezoekers zich blijvend herinneren. Vanaf de openstelling in 1936 was het schip een van de publiekslievelingen.<br />In eerste instantie dacht men met een Romeins schip te maken te hebben, maar door analyse van jaarringen in het hout (dendrochronologie) is vast komen te staan dat het rond het jaar 1000 is gebouwd. De nieuwe datering was het resultaat van een grootscheeps restauratie- en onderzoeksproject dat plaatsvond in de jaren 1998-2000 en waarvoor steun van de Europese Commissie werd gekregen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door het Nationaal Museum van Denemarken, de datering door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. geheten. De losse stukken hout zijn toen vastgezet en de huid werd ge&iuml;mpregneerd met de kunsthars PEG. Bovendien is&nbsp; een nieuwe, flexibele draagconstructie van roestvrij staal voor het schip gemaakt. Sindsdien wordt het schip beschermd door een glaswand.&nbsp;Tussen 2012 en 2014&nbsp;is een&nbsp;door de idee&euml;nfabriek Monobanda ontwikkeld kunstproject&nbsp;rond het schip, Licht op hout, te zien geweest.<p>Wat het schip zo bijzonder maakt is dat de bodemplaat bestaat uit&nbsp; &eacute;&eacute;n stuk eikenhout, een uitgeholde en vervolgens uitgebogen boomstam. Daarop zijn planken en balken aangebracht. Het schip heeft over de Rijn gevaren en werd voortbewogen door een combinatie van trekken, zeilen, bomen en roeien. De stevige bodem maakte het geschikt voor een vaart over gevaarlijke rotsen, zoals in de buurt van de Lorelei. Utrecht was de vermoedelijke thuishaven van het vrachtschip, dat allerlei zaken kon vervoeren. Hier werden goederen uit het stroomopwaarts gelegen gebied verhandeld of gebruikt, zoals wijn, graan en tufsteen. Aan stenen was grote behoefte door de kerkenbouw in Utrecht (de Romaanse Dom, de Janskerk, de Pieters-&nbsp; en de Paulusabdij). Stroomopwaarts vervoerde het schip hier geproduceerde artikelen als kaas en zout en uit Scandinavi&euml; ingevoerde waren als bont en pek.<br />Het schip heeft In het stadsbeeld een gezicht gekregen doordat op de plek van de vondst aan de Van Hoornekade een stalen replica is geplaatst.</p>

1/8

Opgesloten in de kelder van het Centraal Museum ligt een bijna achttien meter lang scheepswrak. Het zijn de restanten van een schip die in 1930 tijdens bouwwerkzaamheden werden gevonden in de Utrechtse wijk Zuilen. Ze werden naar het museum gebracht, in elkaar gezet en geconserveerd. Dat gebeurde met een teerproduct, creosoot, dat de typerende geur verspreidde die veel bezoekers zich blijvend herinneren. Vanaf de openstelling in 1936 was het schip een van de publiekslievelingen.
In eerste instantie dacht men met een Romeins schip te maken te hebben, maar door analyse van jaarringen in het hout (dendrochronologie) is vast komen te staan dat het rond het jaar 1000 is gebouwd. De nieuwe datering was het resultaat van een grootscheeps restauratie- en onderzoeksproject dat plaatsvond in de jaren 1998-2000 en waarvoor steun van de Europese Commissie werd gekregen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd door het Nationaal Museum van Denemarken, de datering door de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. geheten. De losse stukken hout zijn toen vastgezet en de huid werd geïmpregneerd met de kunsthars PEG. Bovendien is  een nieuwe, flexibele draagconstructie van roestvrij staal voor het schip gemaakt. Sindsdien wordt het schip beschermd door een glaswand. Tussen 2012 en 2014 is een door de ideeënfabriek Monobanda ontwikkeld kunstproject rond het schip, Licht op hout, te zien geweest.

Wat het schip zo bijzonder maakt is dat de bodemplaat bestaat uit  één stuk eikenhout, een uitgeholde en vervolgens uitgebogen boomstam. Daarop zijn planken en balken aangebracht. Het schip heeft over de Rijn gevaren en werd voortbewogen door een combinatie van trekken, zeilen, bomen en roeien. De stevige bodem maakte het geschikt voor een vaart over gevaarlijke rotsen, zoals in de buurt van de Lorelei. Utrecht was de vermoedelijke thuishaven van het vrachtschip, dat allerlei zaken kon vervoeren. Hier werden goederen uit het stroomopwaarts gelegen gebied verhandeld of gebruikt, zoals wijn, graan en tufsteen. Aan stenen was grote behoefte door de kerkenbouw in Utrecht (de Romaanse Dom, de Janskerk, de Pieters-  en de Paulusabdij). Stroomopwaarts vervoerde het schip hier geproduceerde artikelen als kaas en zout en uit Scandinavië ingevoerde waren als bont en pek.
Het schip heeft In het stadsbeeld een gezicht gekregen doordat op de plek van de vondst aan de Van Hoornekade een stalen replica is geplaatst.

Nu in het museum in Licht op hout. Het Utrechtse schip in een nieuw licht door gamebedrijf Monobanda

Titel

Utrechtse schip

Vervaardiger

Datering

0997 - 1030 (via dendrochronologisch onderzoek is gebleken dat het hout van de gebruikte bomen in deze periode gekapt moet zijn)

Materiaal / Techniek

eikenhout

Inventarisnummer

6463

Objectnaam

schip

Verwerving

overdracht 1930

Afmetingen

lengte 1780 cm

breedte 380 cm

lengte bodemplaat 143 cm

breedte bodemplaat 193 cm

diepgang ongeladen 42 cm

diepgang geladen 70 cm

gewicht 10.4 ton [eenh.]

laadvermogen 13 ton [eenh.] (ca.)

Geassocieerd onderwerp

Utrecht, Hoornekade (herkomst)

verkeer (Utrecht) (sociaal-economisch)

Geassocieerde periode

Bisschoppelijk Utrecht 695-1528

Opmerkingen

Gevonden door gemeentewerklieden bij graafwerkzaamheden op 3 december 1930 aan de Van Hoornekade, in een oude bedding van de Vecht. De directeur van het Centraal Museum liet de restanten van het schip naar de kelder van het museum overbrengen. Daar werden de stukken geconserveerd en weer in elkaar gezet. In deze kelder is het scheepswrak sinds 1936 voor het publiek te zien. Vermoedelijk is het schip gebruikt voor handel over de Rijn met Duitsland.

Documentatie

  • Archeologische Kroniek van de Gemeente Utrecht over 1974-1975, T.J. Hoekstra, (Maandblad van Oud-Utrecht, 1; 52, 1975), pp. 33-35

  • Beschouwingen over het Utrechtse schip, P.H. van der Wijk, (Jaarboekje van Oud-Utrecht, 1933), pp. 28-47

  • Bioenvenue à Utrecht : guide de la ville d'Utrecht, éd. par le Syndicate d'initiative d'Utrecht, (Utrecht, {1956]), p.20 afb. z/w

Tentoonstellingen

  • Licht op hout. Het Utrechtse schip in een nieuw licht door gamebedrijf Monobanda, Centraal Museum, Utrecht, 2012 - 2014

  • Het Utrechtse Schip, Centraal Museum, Utrecht, 2002

  • Het stenen geheugen, Centraal Museum, Utrecht, 1997 - 1998

Duurzame url

Als u naar dit object wilt verwijzen gebruik dan de duurzame URL:

https://hdl.handle.net/21.12130/collect.B857DAC2-2C97-4897-8059-E78CF729E477

Vragen?

Ziet u een fout? Of heeft u extra informatie over dit object? Laat het ons weten!